• "Want al had u duizend leermeesters in Christus, zo hebt u toch niet vele vaders; want in Christus Jezus heeft Paulus  u door het Evangelie geteeld. Zo vermaan ik u dan: weest zijn navolgers." (1Cor.4:15-16)

Ds. Kramer, Marsdijk: "Er is geen muur meer. Pinksteren is geweest. Een nieuwe schepping komt. Er ontstaat eenheid. Denk aan Handelingen 15 waar geen vrede was. Iedereen beriep zich op bijbelse principes. En dankzij de Geest wordt een weg gevonden en de eenheid hersteld. De mens bouwt achter de muren op z'n eigen gelijk. Die muren kun je afbreken door vrede bij Jezus te ontvangen. Nee; geen verstandsvrede. maar de vrede die Jezus brengt: zijn heil, zijn geluk, zijn geschenk. Dit zinnetje moet steeds door je heengaan: Christus Jezus is Onze Vrede. Niet Mijn vrede, maar Onze vrede. Natuurlijk, er zijn muren die om Godswil moeten blijven staan. Maar vooral ook die moeten worden geslecht. Zoals achterstelling van vrouwen. Eenheid is de roeping en de muurtjes van de mens kunnen weg. Want Christus Jezus is onze vrede. Zeker na de synodebesluiten is het spannend. Maar heb grote verwachting van de vrede van Christus. Heb grote verwachtingen van het Woord van God, en de heilige Geest om muurtjes af te breken, conflicten op te lossen, elkaar te bereiken en de ander groter te achten dan jezelf en de onderlinge vrede te zoeken. We zijn samen één in Christus die onze vrede is en dat vieren wij nu in het avondmaal. Het avondmaal is vol van vergeving en vreugde, maar we mogen het niet achteloos of zonder geloof gebruiken. De Heer vraagt van ons een oprecht besef van schuld en maakt zich boos over ons als wij ons niet elke dag van harte tot Hem bekeren. Als we dan toch deelnemen aan de viering halen we alleen maar grotere toorn over ons."

Ik sprak tot de dominee: "Christus brengt niet alleen vrede. Dat wéét u !"Ja, zei hij. Toen dronken wij de beker welke is tot een oordeel van God de Vader over wat zich onder ons afkeert van dagelijkse bekering en ankerplaats zoekt in onrecht en misleiding.

Mat.8:11 Doch Ik zeg u, dat velen zullen komen van oosten en westen en zullen met Abraham, en Izak, en Jakob, aanzitten in het Koninkrijk der hemelen; En de kinderen des Koninkrijks zullen uitgeworpen worden in de buitenste duisternis; aldaar zal wening zijn, en knersing der tanden.


GODS WOORD ZEGT HEDEN:

Rom.5:1 Wij dan, gerechtvaardigd zijnde uit het geloof, hebben vrede bij God,door onzen Heere Jezus Christus.

1)vrede bij God, Dat is, vriendschap met God, daar wij tevoren zijne vijanden waren, Rom. 5:8,10, en de verzekerdheid daarvan in ons gemoed, waardoor wij in God worden gerust gesteld; Joh. 16:33Rom. 14:17.

Jes.48:16-18 Nadert gijlieden tot Mij, hoort dit: Ik heb van den beginne niet in het verborgene gesproken, maar van dien tijd af, dat het geschied is,50 ben Ik daar; en nu, de Heere HEERE, en Zijn Geest heeft Mij gezonden.  Alzo zegt de HEERE, uw Verlosser, de Heilige Israels: Ik ben de HEERE, uw God, Die u leert, wat nut is, Die u leidt op den weg, dien gij gaan moet.  Och, dat gij naar Mijn geboden geluisterd hadt! zo zou uw vrede geweest zijn als een rivier, en uw gerechtigheidals de golven der zee.

Jer.4:9-1-,21-28 En het zal te dier tijd geschieden, spreekt de HEERE, dat het hart des konings en het hart der vorsten vergaan zal; en de priesters zullen zich ontzetten, en de profeten zich verwonderen. Toen zeide ik: Ach, Heere HEERE! waarlijk, Gij hebt dit volk en Jeruzalem grotelijks bedrogen, zeggende: Gijlieden zult VREDE hebben; daar het zwaard tot aan de ziel raakt. 21 Hoe lang zal ik de banier zien, het geluid der bazuin horen? Zekerlijk, Mijn volk is dwaas, Mij kennen zij niet; het zijn zotte kinderen, en zij zijn niet verstandig; wijs zijn zij om kwaad te doen, maar goed te doen weten zij niet. Ik zag het land aan, en ziet, het was woest en ledig; ook naar den hemel, en zijn licht was er niet. Ik zag de bergen aan, en ziet, zij beefden; en al de heuvelen schudden. Ik zag, en ziet, er was geen mens; en alle vogelen des hemels waren weggevlogen. Ik zag, en ziet, het vruchtbare land was een woestijn, en al zijn steden waren afgebroken, vanwege den HEERE, vanwege de hittigheid Zijns toorns. Want zo zegt de HEERE: Dit ganse land zal een woestijn zijn (doch Ik zal geen voleinding maken); Hierom zal de aarde treuren, en de hemel daarboven zwart zijn; omdat Ik het heb gesproken, Ik heb het voorgenomen en het zal Mij niet rouwen, en Ik zal Mij daarvan niet afkeren.

Jer.6:9-19 Zo zegt de HEERE der heirscharen: Zij zullen Israëls overblijfsel vlijtiglijk nalezen, gelijk een wijnstok; breng uw hand weder, gelijk een wijnlezer, aan de korven. Tot wie zal ik spreken en betuigen, dat zij het horen? Ziet, hun oor is onbesneden, dat zij niet kunnen toeluisteren; ziet, het woord des HEEREN is hun tot een smaad, zij hebben geen lust daartoe.

Daarom ben ik vol van des HEEREN grimmigheid, ik ben moede geworden van inhouden; ik zal ze uitstorten over de kinderkens op de straat, en over de vergadering der jongelingen te zamen; want zelfs de man met de vrouw zullen gevangen worden, de oude met dien, die vol is van dagen. En hun huizen zullen omgewend worden tot anderen, met te zamen de akkers en vrouwen; want Ik zal Mijn hand uitstrekken tegen de inwoners dezes lands, spreekt de HEERE. Want van hun kleinste aan tot hun grootste toe pleegt een ieder van hen gierigheid, en van den profeet aan tot den priester toe bedrijft een ieder van hen valsheid.

En zij genezen de breuk van de dochter Mijns volks op het lichtste, zeggende: Vrede, vrede! doch daar is geen vrede. Zijn zij beschaamd, omdat zij gruwel bedreven hebben? Ja, zij schamen zich in het minste niet, weten ook niet van schaamrood te maken; daarom zullen zij vallen onder de vallenden, ten tijde als Ik hen bezoeken zal, zullen zij struikelen, zegt de HEERE. Zo zegt de HEERE: Staat op de wegen, en ziet toe, en vraagt naar de oude paden, waar toch de goede weg zij, en wandelt daarin; zo zult gij rust vinden voor uw ziel; maar zij zeggen: Wij zullen daarin niet wandelen.

Ik heb ook wachters over ulieden gesteld, zeggende: Luistert naar het geluid der bazuin; maar zij zeggen: Wij zullen niet luisteren. Daarom hoort, gij heidenen! en verneem, o gij vergadering! wat onder hen is. Hoor toe, gij aarde! Zie, Ik zal een kwaad brengen over dit volk, de vrucht hunner gedachten; want zij merken niet op Mijn woorden, en Mijn wet verwerpen zij.

Dan.6:26-27 Toen schreef de koning Darius aan alle volken, natiën en tongen, die op de ganse aarde woonden: Uw vrede worde vermenigvuldigd! Van mij is een bevel gegeven, dat men in de ganse heerschappij mijns koninkrijks beve en siddere voor het aangezicht van den God van Daniël; want Hij is de levende God, en bestendig in eeuwigheden, en Zijn koninkrijk is niet verderfelijk, en Zijn heerschappij is tot het einde toe.


Joh.14:23-27,31 Jezus antwoordde en zeide tot hem: Zo iemand Mij liefheeft, die zal Mijn woord bewaren; en Mijn Vader zal hem liefhebben, en Wij zullen tot hem komen, en zullen woning bij hem maken.

Die Mij niet liefheeft, die bewaart Mijn woorden niet; en het woord dat gijlieden hoort, is het Mijne niet, maar des Vaders, Die Mij gezonden heeft. Deze dingen heb Ik tot u gesproken, bij u blijvende. Maar de Trooster, de Heilige Geest, Welken de Vader zenden zal in Mijn Naam, Die zal u alles leren, en zal u indachtig maken alles, wat Ik u gezegd heb.

Vrede laat Ik u, Mijn vrede geef Ik u; niet gelijkerwijs de wereld hem geeft, geef Ik hem u. Uw hart worde niet ontroerd en zij niet versaagd. 31 Maar opdat de wereld wete, dat Ik den Vader liefheb, en alzo doe, gelijkerwijs Mij de Vader geboden heeft. Staat op, laat ons van hier gaan.


Mat.10:31 Vreest dan niet; gij gaat vele musjes te boven. Een iegelijk dan, die Mij belijden zal voor de mensen, dien zal Ik ook belijden voor Mijn Vader, Die in de hemelen is. Maar zo wie Mij verloochend zal hebben voor de mensen, dien zal Ik ook verloochenen voor Mijn Vader, Die in de hemelen is. 

Meent niet, dat Ik gekomen ben, om vrede te brengen op de aarde; Ik ben niet gekomen om vrede te brengen, maar het zwaard. Want Ik ben gekomen, om den mens tweedrachtig te maken tegen zijn vader, en de dochter tegen haar moeder, en de schoondochter tegen haar schoonmoeder. En zij zullen des mensen vijanden worden, die zijn huisgenoten zijn.

Die vader of moeder liefheeft boven Mij, is Mijns niet waardig; en die zoon of dochter liefheeft boven Mij, is Mijns niet waardig. En die zijn kruis niet op zich neemt, en Mij navolgt, is Mijns niet waardig.





Naar aanleiding van het synodebesluit over toelating van vrouwen tot alle ambten, leggen wij u de volgende vraag voor:

1. Is wat de bijbel erover zegt in de bewoordingen van de schrift duidelijk, of is dat niet duidelijk? 

Toelichting: de vraag gaat er dus niet over of wij ons kunnen indenken dat God ook gediend kan worden op een andere wijze of meer genuanceerde wijze dan letterlijk in de bijbel wordt voorgehouden. De vraag is of de Schrift er concrete begrijpbare richtlijnen en voorschriften over geeft.

Als dan de Schrift wordt erkend in zichzelf duidelijk genoeg te zijn, dan is de vervolgvraag:

2. Onderwerpt de raad zich op dit punt aan de Schriften, of kiest de raad evenals de synode ervoor om op dit punt van de Schriften te wijken?

Toelichting: aangezien de leer altijd heeft gegolden als gebaseerd juist op de onmiskenbare en concreet aanwijsbare bijbelse binding, vertrouw ik u deze vraag en beantwoording volledig toe. Het is daarom niet uit wantrouwen dat wij deze vraag stellen, maar uit een behoefte tot het scheppen van duidelijkheid, waar de synode-uitspraak vooral heel veel nieuwe onduidelijkheid heeft bewerkt.